Het zichtbaar maken van de effecten van beleid is van groot belang voor het bijsturen op de uitvoering ervan en het behalen van de beleidsdoelstellingen. Belangrijke randvoorwaarde voor het meetbaar maken van beleidseffecten is dat de uitvoering van het beleid goed ingericht wordt. Dat betekent niet alleen dat er een duidelijke (politieke) visie moet zijn maar dat op basis van deze visie ook de juiste beleidsdoelen worden geformuleerd. Met andere woorden: goed uitgevoerd beleid zorgt ervoor dat de juiste problemen worden geadresseerd, dat dit in samenhang gebeurd, dat de juiste randvoorwaarden zijn ingevuld en dat de benodigde middelen aanwezig zijn. Om ervoor te zorgen dat het ontwikkelde beleid ook na afloop van de inrichtingsfase effectief blijft is het daarnaast belangrijk om bij de inrichtingsfase alvast na te denken hoe de effecten uiteindelijk in de beheerfase blijvend kunnen worden geborgd.
Om tot een goed ontwerp van beleid te komen dienen missie en strategie vertaald te worden in doelstellingen al dan niet voorzien van een tijdsplanning, die volgens een beleidsplan worden uitgevoerd. Uiteindelijk dient controle op de uitvoering plaats te vinden. In het schema hiernaast wordt dit weergegeven door twee cyclische processen: de beleidscyclus en de uitvoeringscyclus. Prestatie indicatoren (KPI) worden opgesteld om missie en doelstellingen te toetsen aan behaalde (tussen)resultaten, al dan niet in een Balanced Score Card (BSC) of een ander overzichtelijk dashboard. Beleidsdoelen kunnen bijgesteld worden op basis van feedback uit de uitvoeringscyclus.
Deze aanpak sluit ook goed aan bij meer hedendaagse beleidsprocessen waarbij burgerparticipatie een belangrijke rol inneemt. In deze vormen van een netwerkdemocratie, werken burgers en organisaties nauw samen met de overheid. De overheid richt zich daarbij meer op het bewaken van de randvoorwaarden en doelstellingen; de formulering, invulling en uitvoering ligt meer in handen van de participerende partijen. De rol van de overheid in een netwerkdemocratie verschuift van bepalend en controlerend naar faciliterend en participerend. Zeker doordat de overheid wat meer op afstand van het beleidsproces komt te staan is het dus belangrijk dat de overheid een instrument tot haar beschikking heeft waarmee voortgang en resultaat kan worden gemeten.
Om deze cycli te kunnen doorlopen zijn twee zaken belangrijk:
- een beleidsmodel waarin doelstellingen, beoogde effecten en gebruikte beleidsinstrumenten en prestatieindicatoren zijn opgesteld en,
- een meetinstrument (beleidsmonitor) om periodiek te kijken of beoogde effecten ook daadwerkelijk behaald worden en op basis waarvan zo nodig kan worden bijgestuurd.